Met 24 jaar is Johan Hingstman verreweg de jongste leider die GOMOS 1 ooit heeft gehad. Als kind van de club draagt hij nu wekelijks zorg voor een goede voorbereiding van de selectie op de competitiewedstrijden, al heeft hij van trainer Martin Drent nog een specifiekere taak meegekregen: de onderlinge sfeer bewaren.

Op zijn zesde begon Johan – ‘Jopie’ voor intimi – bij de kabouters van GOMOS te voetballen. Dat deed hij tot op 2 jaar geleden, toen een blessure roet in het eten van de linkspoot gooide. Die blessure weerhield Johan er niet van om veel bij GOMOS te komen. Regelmatig is hij op het voetbalveld te vinden. “Ik heb een jaar D3 getraind en de afgelopen 2 jaar heb ik de dames training gegeven”, zegt hij. “Dat doe ik soms nog steeds. Ik heb ook nog wel eens bij de Onder-23. Er is vaak wel iets te doen bij GOMOS.”

Een jaar geleden ging het kind van de club opeens mee op trainingskamp met de eerste selectie van GOMOS. “Dat kwam eigenlijk uit het niets. Kopstukken als Guido Koolen en Roy Slachter vroegen me mee.”

Het klikte tussen ‘Jopie’ en het vlaggenschip van GOMOS. “Het was een heel gezellig trainingskamp in Spanje. Ik denk dat het trainingskamp er uiteindelijk voor zorgde dat ik gevraagd ben vaste leider te worden.”

FC Groningen

Toen Johan de vraag kreeg om zich te binden aan het eerste elftal als leider, was de keuze snel gemaakt. “Ik vind het best een eer”, zegt hij. Al betekende het ook dat de Eener een ander tijdverdrijf ervoor moest opgeven. 7 jaar lang reisde Johan namelijk FC Groningen achterna. “Uit en thuis. Ja, ik was daarin vrij fanatiek.”

Toch vindt hij het niet per se lastig dat hij nu nog maar heel af en toe naar die wedstrijden kan. “De laatste jaren werd het minder. Daarom vond ik het niet moeilijk om voor GOMOS te kiezen. En als ik tijd heb, ga ik heus nog wel naar de FC. Dat zal altijd blijven.”

Verbondenheid

Johan voelt zich verbonden met de club waar hij opgroeide. “Het is een echte dorpsclub, dat merk je in alles. Je doet het met elkaar en gezelligheid staat hoog in het vaandel. Dat was ook één van de redenen waarom ik ben aangesteld. Sterker nog: het was een eis van het Technisch Kader dat ik als een soort ‘sfeerbewaarder’ erbij kwam.”

Tot nu toe lukt dat prima, meent Johan. “Het zijn jongens die al jaren met elkaar voetballen en elkaar goed kennen. Met de sfeer zit het dus wel goed.” Lachend: “Daar heb ik nog niet veel moeite voor hoeven doen.”

Voor en tijdens de wedstrijd assisteert Johan trainer Martin Drent en vertelt hij wat hem opvalt. “Of ik zelf later training wil geven, weet ik eigenlijk nog niet. Misschien kan ik dat hier ontdekken. Ik vind het in ieder geval leuk om te helpen bij deze ploeg.”

“Of ik het bijzonder vind dat ik met Martin Drent samenwerk? Het is leuk dat hij voor de club heeft gespeeld waar je zelf fan van bent, maar ik vind het juist veel meer bijzonder dat ik leider mag zijn bij deze mooie club en met deze leuke groep voetballers. Ik hoorde dat ik de jongste leider ooit ben van GOMOS. Dat is toch mooi?”

Jeugd betrekken

Om de jeugd van GOMOS zich net zo verbonden met de club te laten voelen als Johan, is de ‘Pupil van de Week’ en de penaltybokaal weer geherintroduceerd. Tijdens de coronaperiode kwam dat even stil te liggen. “Ik denk dat het goed is dat wij hier weer mee beginnen”, zegt Johan. “Je laat de jeugd kennismaken met het eerste team en andersom laat je de spelers kennismaken met de jeugd. Dat versterkt het gevoel dat we allemaal samen één club zijn.”

Een nobele gedachte. Want je gunt het ieder lid van GOMOS om zich zo thuis te voelen als Johan aan de Schapendrift in Norg.